Openbaring 2
- thkoppes
- 18 aug 2023
- 11 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 30 mrt 2024
Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.
Openbaring 1:11

De grote vraag is waarom onze Heer alleen brieven naar deze zeven gemeenten stuurde en niet naar andere gemeenten in hetzelfde gebied? De stad Kolosse lag bijvoorbeeld ook in deze zelfde streek, maar ontving geen brief van Jezus.
Zo zullen er nog meer gemeenten geweest zijn en waarom stuurde de Here geen brieven naar gemeenten in Israël of Griekenland? Wanneer wij kijken naar de ligging van deze zeven plaatsen dan wordt al veel duidelijk.
Ze waren bereikbaar voor de lopers die de brieven naar de gemeenten brachten en deze gemeenten pasten in het plan van onze Here om een profetisch beeld van de kerkgeschiedenis te schetsen.
De 7 brieven als perioden in de Kerkgeschiedenis
Efeze: typerend voor de kerk in de apostolische tijd van de 1e eeuw. (33-100)
Smyrna: typerend voor de kerk in de tijd van de vervolging. (100-313)
Pergamum: typerend voor de kerk in de tijd van kerk en staat. (312-590)
Thyatita: typerend voor de kerk in de donkere middeleeuwen. (590-1517)
Sardes: typerend voor de kerk in de tijd na de reformatie. (1517-1750)
Philadelphia: typerend voor de kerk van opwekking en zending. (1750-1925)
Laodicea: typerend voor de kerk van lauwheid en afval. (1925 tot opname)
Efeze - Openbaring 2:1-7
Schrijf aan de engel der gemeente te Efeze: Dit zegt Hij, die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt.
Openbaring 2:1
De boodschappers van de gemeente waren in Jezus hand: dat duidt dat zijn geleid en beschermd werden door Jezus. Jezus was en is betrokken in gemeenten die Hem beleiden.
Efeze was een centrum van cultuur en bedrijvigheid en ook een centrum van onzedelijkheid, prostitutie, zwarte magie en occultisme. Er was een tempel met de verering van Artemis, vruchtbaarheid godin.De gemeente van Efeze speelde een belangrijke rol in de vroege kerkgeschiedenis.
Paulus werkte er twee jaar en waarschuwde al dat ‘uit hun midden mannen zouden opstaan die verkeerde dingen zouden spreken om de discipelen achter zich aan te trekken’ (Hand. 20:30). Johannes woonde er en de moeder van de Here, Mirjam. Zij is er ook begraven.
Deze gemeente wordt geroemd om haar werken, haar inspanning, haar volharding. Ze kunnen de kwaden niet verdragen en hebben hen, die zeggen apostelen te zijn, maar het niet zijn, ontmaskerd als leugenaars.
Het lijkt een gemeente waarop niets valt aan te merken, een ijvere gemeente die in een zondige en occulte omgeving strijdt men voor de waarheid. Er is echter een maar: ‘Maar Ik heb tegen u dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.’ Kennelijk hebben ze zo gestreden voor de zuiverheid en de waarheid, dat dat ten koste ging van hun eerste liefde.
De liefde, die zo kenmerkend was in het begin van deze gemeente was er niet meer. Ooit hadden ze liefde tot al de heiligen (Ef. 1:15). En Paulus bad dat ze de liefde van Christus zouden kennen (Ef. 3:19).
Er volgt een ernstige oproep om te gedenken van welke hoogte ze gevallen zijn.
Indien ze zich niet bekeren en weer de eerste werken doen, zal de Here spoedig komen om de kandelaar van zijn plaats weg te nemen.Hoe is het met ons gesteld? Worden er in onze tijd geestelijk kandelaren wegegnomen? Het lijkt er wel op als je om je heen kijkt.
Zoveel kerken doen in de Naam van Christus veel goede dingen en hun leden zijn toegewijd aan de kerkorganisatie. Er is nog nooit een tijd geweest waarin er zoveel informatie en prikkels op op ons komt, we worden beziggehouden. Hebben we nog zo’n honger naar Hem als we ooit hadden?
De Here prijst hen wél omdat zij de werken van de Nicolaïeten haten. De leer van de Nicolaïeten leerde dat het geestelijke innerlijk van de mens van nature goed was en het lichamelijke uiterlijk slecht. Volgens deze dwaalleer kon men vrijelijk zondigen omdat de ziel toch behouden was en wist zo onzedelijk gedrag te rechtvaardigen.
Jezus leerde juist dat allerlei boze overleggingen uit het innerlijk de mens onrein maakt. (Matt. 15:19-20) En wij leren juist met vallen en opstaan te leven zoals Paulus leerde:
Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
Galaten 5:24
Waarschuwing
Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe (weder) uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert.
Openbaring 2:5
Jezus waarschuwt: bekeer u! Keert terug tot de eerste liefde. Dit betekent alles wat ons zo bezig houd in de wereld tegen het licht houden en zonodig loslaten. Dat is de prijs. Jezus helemaal en voortdurend in het centrum van je gedachten stellen. Heb Hem lief en Hem alleen!
Belofte
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.
Openbaring 2:7
God zoekt overwinnaars, dat zijn alle gelovigen die vasthouden aan het geloof. Ook al wordt het zwaar, ook al worden we zwaar op de proef gesteld. Daar gaat het ook om in de zeven brieven in Openb. 2 en 3.
Maar de belofte is enorm: eeuwig leven in overvloed! Spreuken 3:17-18 geeft de eerste liefde voor de Here goed weer: Liefde voor de Wijsheid van de Here.
Haar wegen zijn liefelijke wegen, al haar paden zijn vrede. Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen, wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen.
Spreuken 3:17-18
In Joh. 5:4-5 zegt Johannes dat zij die in de Here Jezus Christus geloven overwinnaars zijn en de Here legt het in Openbaring 2 en 3 verder uit dat zij die in Hem geloven overwinnaars zijn als zij het geloof tot het einde toe vasthouden.
Smyrna - Openbaring 2:8-11
En schrijf aan de engel der gemeente te Smyrna: Dit zegt de eerste en de laatste, die dood geweest is en levend geworden.
Openbaring 2:8
Jezus openbaart zich aan deze gemeente als de A en de Z, de Alef en de Tav, die zwaar geleden heeft tot in de dood, maar opgestaan is uit de dood.
Het woord Smyrna is afgeleid van mirre, een plant met een bittere smaak, maar die fijngemalen een welriekende geur verspreidt. Dat is een beeld van deze gemeente. Een gemeente waar men de pijn van vervolgingen vanwege het geloof in de Here Jezus kent, maar waar aan het einde de kroon des levens wacht.
Typerend voor de gemeente in Smyrna is wat er gebeurde met Polycarpus, de oude voorganger van de gemeente. De Romeinse consul beloofde hem de vrijheid indien hij Christus zou afzweren. Maar zijn antwoord was: ‘Ik heb mijn Koning 86 jaar gediend. Nooit heeft Hij mij enig kwaad gedaan. Kan ik Hem, Die mij heeft verlost, oneer aandoen?’ Joden en heidenen eisten de brandstapel. Toen men Polycarpus wilde vastmaken aan de paal, sprak hij: "Spaar uw spijkers, ik loop niet weg, God zal mij vasthouden in het vuur. Ik acht het een eer waardig te zijn geacht een plaats in te nemen onder de martelaren van Jezus."
Bijzonder in deze brief zijn de tegenstellingen. De Here Jezus noemt Zich de eerste en de laatste, Die dood is geweest en levend geworden.
In deze brief vinden we geen enkel verwijt. Het moet voor de gemeente in Smyrna een grote troost zijn geweest te lezen dat hun Here en Heiland hun vervolging, hun armoede en de laster die ze ondergingen, kende. Deze christenen worden verdrukt en vervolgd, met name door hun eigen volksgenoten, die een diepe haat tegen hen koesteren vanwege hun geloof in de opgestane Christus. Ze worden geboycot, gelasterd en ontslagen. Vandaar hun armoede. Het woord blasphemia, dat hier wordt gebruikt, geeft aan dat ze gelasterd worden vanwege hun geloofsopvattingen. Vanwege deze lastering wordt een deel van de joodse gemeenschap in Smyrna, evenals trouwens in de gemeente van Filadelfia, een synagoge van de satan genoemd.
Het is opmerkelijk dat er niet direct een einde wordt gemaakt aan deze situatie van lijden en vervolgingen. De gemeente wordt juist opgeroepen niet bevreesd te zijn voor het lijden dat nog komt. Sommigen zullen in de gevangenis worden geworpen.
Door deze brief worden ook wij opgeroepen niet bevreesd te zijn, maar trouw te zijn aan de Here God. Voor ons is dat vooralsnog betrekkelijk gemakkelijk. Het kost ons nog niet ons leven, maar laten we niet vergeten dat wel ons geestelijk leven op het spel staat. Ook wij zullen de ‘kroon des levens’ (Op. 2:10) slechts ontvangen wanneer we trouw zijn.
Voor miljoenen christenen onder communistische en islamitische regimes is deze brief vandaag pure realiteit. Laten wij niet denken dat wij nooit in zo’n situatie terecht kunnen komen. Wellicht is het tijd ons daarop voor te gaan bereiden. Niet uit angst, maar gedachtig aan de woorden van onze Heiland dat er zware tijden aanstaande zijn.
Waarschuwing
Geen
Belofte
Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden.
Openbaring 2:10b-11
Van de gemeente wordt gezegd dat ze rijk is in Christus, en arm in de ogen van mensen. Aan de oproep om getrouw te zijn tot de dood, wordt de belofte van de kroon des levens verbonden. Wie overwint, zal niet in de tweede dood komen.
De tweede dood is het eeuwig afgescheiden zijn van God. Maar overwinnaars zijn al in het eeuwig leven bij de Here. (Ef. 2:6 ) al het lijden als christen is zo kostbaar, onbetaalbaar.
... immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.
Romeinen 8:17b
Pergamum - Openbaring 2:12-17
En schrijf aan de engel der gemeente te Pergamum: Dit zegt Hij, die het tweesnijdende scherpe zwaard heeft.
Openbaring 2:12
Jezus zegt dat Hij het tweesnijdend zwaard heeft: Gods Woord spreekt.
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten.
Hebreeën 4:12
Van Pergamum zijn alleen nog maar ruïnes over. In die stad was ooit een groot altaar voor de Griekse goden, onder meer voor Zeus en Asclepius. Vandaar dat vers 13 zegt dat er een troon van de satan was.
Maar belangrijker was dat er in Pergamum ook een gemeente van de Here Jezus was en deze gemeente krijgt een brief van Hem, Die het tweesnijdende scherpe zwaard heeft.
Hij kent de gemeente door en door, net zoals Hij ons kent, en van de gemeente is behoorlijk wat positiefs te melden. Ze is trouw aan de Naam van Christus en verloochent Hem niet, ook niet toen Antipas als martelaar werd gedood.
Antipas, leerling van Johannes werd volgens de traditie levend geroosterd in een bronzen stier op het altaar van Zeus.
Maar sommige in de gemeente hielden vast aan de leer van Bileam. Bileam werd door God belemmerd om het volk Israël te vervloeken, maar hij gaf Balak wel de raad om Israël te verleiden en in het kwaad te storten (Numeri 25 en 31). En dat gebeurde. Israël koppelde zich aan Baal-Peor en bedreef ontucht.
Ook in Pergamum dreigt zo’n combinatie van waarheid en leugen, wat leidt tot afgoderij en hoererij, een mix tussen kerk en wereld. Gevolg: het zicht op de Here Jezus wordt verduisterd wordt.
Moeten we ons dan afzonderen van de wereld of zou het kunnen zijn dat we doorgeslagen zijn naar het opgaan in de wereld?
Ook wordt er weer gesproken over de Nikolaïeten, volgelingen van Nicolaus (bet: overwinnaar van het volk) die we ook in de Brief aan Efeze tegenkwamen.
De leer van de Nicolaïeten leerde dat het geestelijke innerlijk van de mens van nature goed was en het lichamelijke uiterlijk slecht. Volgens deze dwaalleer kon men vrijelijk zondigen omdat de ziel toch behouden was en wist zo onzedelijk gedrag te rechtvaardigen.
Jezus leerde juist dat allerlei boze overleggingen uit het innerlijk de mens onrein maakt. (Matt. 15:19-20) En wij leren juist met vallen en opstaan te leven zoals Paulus leerde:
Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
Galaten 5:24
Met de Nicolaïeten worden wellicht dezelfde personen bedoeld als met de volgelingen van Bileam.
Waarschuwing
Bekeer u dan; maar zo niet, dan kom Ik spoedig tot u en Ik zal strijd tegen hen voeren met het zwaard mijns monds.
Openbaring 2:16
De gemeente wordt opgeroepen zich te bekeren, er mag geen enkele tolerante houding zoverblijven tegenover hen die de dwaalleer aanhangen.
Als ze zich niet bekeren, zal de Here spoedig tot hen komen en Hij zal dan Zelf met het zwaard van Zijn mond de strijd aanbinden tegen de dwaalleraren.
Dan zal hen hetzelfde lot treffen als Bileam, die eerst eveneens werd bedreigd door het zwaard van de Engel des Heren (Num. 22:31) en later gedood door het zwaard (Num. 31:8).
Het zwaard duidt hier op een zwaar oordeel over de gemeente die niet luistert.
Belofte
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt.
Openbaring 2:17
Wanneer de zonde en de zondaars zijn uitgebannen, wacht het verborgen manna en een witte steen. Het verborgen manna wijst op het ware en eeuwige leven in het Koninkrijk van God en staat tegenover het eten van afgodenoffers. (vers 14)
In feite is dit verborgen manna de Here Jezus zelf, want het gaat om Hem en om Zijn Rijk. Het doet denken aan het manna dat verborgen was (is) in de Ark van het Verbond en aan het brood des hemels: de Here Jezus. (Joh. 6:58)
In gerechthoven in de tijd van Johannes werd er soms een witte steen gegeven voor vrijspraak en een zwarte steen voor veroordeling. De witte steen met de nieuwe naam spreekt van Gods volledige vergeving en is het toegangsbewijs tot Zijn bruiloftsmaal. Wat een feest zal dat zijn!
Tyatira - Openbaring 2:18-29
En schrijf aan de engel der gemeente te Tyatira: Dit zegt de Zoon Gods, die ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten zijn als koperbrons.
Openbaring 2:18
Jezus ogen zien alles en niets is voor hem verborgen; dit is een waarschuwend beeld voor deze gemeent en dit type gemeente.
Als de zeven brieven in Openb. 2 en 3 een chronologisch beeld geven als perioden in de kerkgeschiedenis, dan beslaat Tyatira de langste periode; 927 jaar en bijna de helft van de kerkgeschiedenis. De duistere Middeleeuwen.
De Here Jezus maakt Zich, en alleen op deze plaats in Openb. Bekend als de Zoon van God. Zijn ogen zijn als een vuurvlam. Hij doorziet alles en iedereen en Zijn voeten, die als koperbrons zijn, symboliseren de kracht van het oordeel.
Er wordt veel goeds gemeld over Tyatira. Lees de mooie opsomming maar in vers 19 van Openbaring 2, over de liefde, het geloof, de lijdzaamheid en dat de laatste werken meer zijn dan de eerste.
Maar wanneer God werkt, weet je zeker dat de duivel niet stil zit. Ook in deze gemeente zien we een verleiding uit het rijk der duisternis in de gemeente penetreren. In tegenstelling tot de verleiding van buitenaf in Pergamum werkte deze verleidster binnenin de gemeente.
De Here noemde de vrouw die de dwaalleer verspreidde in de gemeente te Thyatira een Izebel (Openb. 2:20) naar de vrouw van koning Achab die de kinderen van Israël verleidde en aanzette haar heidense afgoden te aanbidden, waaronder de afgod Baäl. (1 Kon. 16:31)
Ze was geen profetes des Heren maar een verleidster. Izebel was een overheersend type die overwicht had over haar omgeving om mensen bij God weg te trekken. Zij had macht over haar man Achab de koning van Israël. Zij was zelf in de macht van boze en onreine geesten en als koningin de belichaming op aarde van de demonische macht, de hoer van Babylon of de koningin des hemels. (Jer. 7:18 44:16-17 Openb. 17:5 18:7)
We zien in Thyatira hoe deze demonische macht voor het eerst in de Gemeente van Jezus Christus probeert binnen te komen.
Waarschuwing
Doch Ik zeg tot u allen, die voorts te Tyatira zijt, en deze leer niet hebt en die niet, gelijk zij zeggen, de diepten des satans hebt leren kennen: Ik leg u geen andere last op.Maar wat gij hebt, houdt dat vast, totdat Ik gekomen ben.
Openbaring 2:24-25
Het gaat in vers 24 over degenen die niet tot zonde verleid zijn, die de diepten van de satan niet hebben leren kennen. Sommigen denken dat ze alles moeten onderzoeken, overal kennis van moeten nemen, ook van het occulte en het duistere, tot in films en boeken toe. Dat is helemaal niet nodig. Wie zich erin verdiept, loopt het risico te verongelukken, zeker geestelijk. Dat zagen we ook in de voorgaande verzen.
Belofte
Wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb, en Ik zal hem de morgenster geven. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Openbaring 2:26-29
Degenen die de Here trouw gebleven zijn, worden opgeroepen vast te houden wat ze hebben, tot de komst van de Here Jezus. Zij zijn de overwinnaars. Zij ontvangen de morgenster en mogen delen in de heerschappij van de Zoon van God over de volken.

